Verslaving stel ik vast aan de hand van 11 criteria van de zogenaamde DSM-V. Dit handboek is een wereldwijd gebruikt boek, waarin alle psychiatrische aandoeningen beschreven staan.
Het boek (DSM) spreekt niet van ‘alcoholisme’ of ‘verslaving’, maar van “stoornissen in het gebruik van middelen” (‘substance abuse disorders’). Een ‘stoornis in het gebruik van middelen’ kan ontstaan door gebruik van o.a. alcohol, cannabis, opaten, stimulerende middelen, slaaptabletten, eten, sex, games etc.
Heb je, of een familielid bij 2 of 3 criteria`s uit de lijst een ja, dan heb je een milde stoornis in het gebruik van middelen.
Heb je, of een familielid bij 4 of 5 criteria een ja, dan noem ik dit een gematigde stoornis
Heb je, of een familielid bij 6 of meer symptomen een ja, dan is er sprake van een ernstige stoornis.
De 11 criteria zijn:
1. Vaker en in grotere hoeveelheden gebruiken dan het plan was.
Je houd je voor om het bij een glas of een joint te laten. De fles is leeg, 4 joints gerookt. Bij sex, een keer in de maand naar een club en gaat uiteindelijk 2 keer in de week
2. Mislukte pogingen om te minderen of te stoppen.
zo voorgenomen om niet meer te drinken door de weeks, je houdt het 2 maanden vol en dan gebeurt er iets en drink je weer door de weeks en misschien meer.
3. Gebruik en herstel van gebruik kosten veel tijd.
Het nadenken wanneer je je alcohol gaat halen begint al na dat je de kinderen naar school hebt gebracht of je hebt weer een kater van een dag.
4. Sterk verlangen om te gebruiken.
Wanneer je niet gebruikt, wordt je sacherijnig en ben je met je hoofd er alleen maar mee bezig.
5. Door gebruik tekortschieten op het werk, school of thuis.
Je komt te laat op je werk of op school, je huishouden kun je niet bijhouden, je wordt snel boos.
6. Blijven gebruiken, ondanks dat het problemen meebrengt op het relationele vlak.
Je weet dat niemand het leuk vind, dat je gebruikt andere hebben er last van, je relatie moppert.
7. Door gebruik opgeven van hobby’s, sociale activiteiten of werk.
Je bent zo druk bezig met je gebruik, dat je door deze druk je hobby niet meer doet, nergens meer heen gaat en niet meer naar je werk gaat.
8. Voortdurend gebruik, zelfs wanneer je daardoor in gevaar komt.
9. Voortdurend gebruik, ondanks weet hebben dat het gebruik lichamelijke of psychische problemen met zich mee brengt of verergert.
10. Grotere hoeveelheden nodig hebben om het effect nog te voelen, oftewel tolerantie.
Wat eerst twee blikjes bier per dag waren om je te verdoven zijn er nu 6 geworden, glazen wijn zijn flessen geworden, de joint wordt voller gedraaid, Gokken is iedere dag met meer geld.
11. Het optreden van onthoudingsverschijnselen, die minder hevig worden door meer van de stof te gebruiken.
Hier een definite die door de Wereld Gezondheidsorganisatie (WHO) is opgesteld.
Deze definitie komt grotendeels overeen met de definitie van de DSM.
Volgens de WHO wanneer er sprake is van afhankelijkheid, als zich het afgelopen jaar, drie van onderstaande symptomen hebben voorgedaan
1. Een sterk verlangen om te gebruiken (het verlangen varieert van licht tot zeer heftig).
2. Zeer gebruiken dan je wilt, of moeite hebben om het gebruik te controleren. Dat wil
zeggen het moeilijk vinden om gebruik uit te stellen, matig te gebruiken of om op tijd
te stoppen.
3. Minder aandacht besteden aan hobby’s, sociale contacten en werk.
4. Doorgaan met gebruik ondanks de wetenschap dat gebruik schade oplevert (zoals
ziekten, ruzies met de omgeving, problemen op het werk).
5. Veel tijd besteden aan gebruik en het herstellen ervan.
6 Tolerantie.
7. Last hebben van onthoudingsverschijnselen.
Heb je vragen over je uitslag, vraag een vrijblijvend gesprek aan via whatsapp of mail.
Heb je een idee dat je familie lid of vriend of collega een verslaving heeft vraag een vrijblijvend gesprek aan. Kan geheel in anonimiteit en gaan we op zoek hoe ik hem of haar kan helpen.